Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

Costa Rica 2018: Life is a beach

Nederland heeft een kust, Costa Rica twee en wat voor kusten. Nog even erbij te noemen, die liggen dus elk aan een andere oceaan! De andere kant, de Stille Oceaan willen we ook zien. Dat gaan we proberen te halen in een dag.

Vroeg op, om zes uur gaat de boot van Tortuguero, zegt de eigenaar Luis. Luis is een gepensioneerde leraar van Brisas, zelf dacht ik dat die om 5.30 gaat. Ik ben al drie dagen rond vijf op, het went. In een junglesetting ga je niet om 12 uur naar bed.

In elk geval alles lukt en de boot vaart langs de waterwegen door het oerwoud, waar de zon opkomt. Af en toe stopt hij onderweg en stappen er locale mensen in. Keurig in de kleren, haren gekamd, ook kinderen, voor hun is het een gewone werk of schooldag. Voor in de boot is het behoorlijk koud, als eerste in lijn krijg ik de volle wind. Ben blij met mijn rugzakje, waarachter ik me wat kan verschuilen.

De bus gaat door boerenland, veeweides , maar ook langs grote industriële bananenplantages. Ja, hier komen onze bananen vandaan. Om de tros zit al om de boom een blauwe plastic zak. De reis gaat nu in omgekeerde volgorde, alleen heb ik het gevoel dat het nu veel sneller gaat. Rond tien zijn we al in San José. Om half twaalf staan we al bij de autoverhuur. Onze reservering is om drie. Meest van de tijd brengen we maar door in de MacD, die in een luxe wijk ligt. Villa’s met tralies, muren, razorwire en zelfs 2 wachthuisjes komen we tegen waar een jongen verveeld op zijn telefoon zit. Verbazingwekkend is dat iedereen blijft hangen in de Mac. Meeste mensen zitten goed in de kleren of schooluniform, gaan. Gaan naar de goede kapper, is dit de Beethovenstraat in A’dam Zuid? Ja, zegt Dewi, geen wonder, dat ze blijven plakken, lunchpauze in Costa Rica is twee uur. In elk geval, we krijgen de auto een nieuwe Hyundai sedan en zijn we via de tolweg en route naar DE badplaats van Costa Rica, Jaco-beach aan de Stille Oceaan. Zet de surfboards en de parasol maar klaar en doe het bier maar in de koelkast. Nu we hier toch dan zijn.

Coast to Coast in een dag, om vijf uur zijn we in Hermosa Beach, vijf minuten noordelijk van Jaco. En alweer hier, wat een pracht…..wat een strand.

Onderweg naar Jaco, de belangrijkste badplaats van Costa Rica, kom je over een brug, het is de grootste brug langs deze weg. Hij overspant de Rio Grande de Tarcoles. Het kan niet missen en er lopen toeristen rond. Je ziet er de felgekleurde lappen stof van de souvenier-stalletjes van ver, want allemaal verkopen ze fel gekleurde strandlakens cq. omslagdoeken. Je ziet de mensen over de brugleuning hangen. De attractie is volstrekt uniek in dit deel van de wereld. Heb je mazzel als je een krokodil ziet langs de waterwegen naar Tortuguero, hier zie je er wel dertig. Geen kleine jongens, 3- 4 meter lang. Lijkt me sterk dat ze niet af en toe iets fors te eten hebben, het is hier een veeteeltgebied. Mooi uniek, deze beesten komen uit de tijd van de dinosauriërs 350 miljoen jaren. Zoals een ranger me ooit vertelde, ze zullen er nog zijn als de mens als soort verdwenen is. Ze zijn de perfecte killing machine, ze kunnen tijden zonder eten en als ze honger hebben slaan ze bliksemsnel toe, bovendien ze hebben nauwelijks ziekten en ze geven niets om hypotheken.

Jaco is een begrip hier, dit komt in de buurt van een plaatsje aan de Spaanse Costa Brava. Voor de puristen onder ons het volstrekt een unicum hier. Het is druk maar beperkt en mocht je er een keer behoefte hebben aan “de stad” fast-food, taartjes, souvenirs, de bank, het postkantoor, een luxe supermarkt, het is er. En de mood is tranquilo, suave- rustig, vriendelijk.

Je kan je afkeren van deze stadsheid, maar als Randstedelingen hebben we eigenlijk geen recht van spreken, de ligging is alweer prachtig in een prachtige baai. Het oerwoud en de natuur liggen er vlak naast de deur. Met een voor vooral beginnende surfers perfecte set van golven. Dochters kunnen het weten, wat werkt aan het Noordzeestrand werkt hier ook zonder warmhoudend wetsuit.

Ons hotel the Sandpiper, ligt aan het topstrand voor gevorderde surfers, Hermosa Beach. Het betekent gewoon “Mooi Strand”. Over de heuvel Jaco uit een kilometers lang zwart zandstrand. Het gehucht is er een van enkele hotels, lokale huizen, een zeer lokaal uitziende supermarkt waar je alles van levensbelang kan krijgen, bamisoep, muggenspray tot kapmessen. En er is een uiterst zorgvuldig onderhouden dorpsvoetbalveld. Wonderbaarlijk, een man is er de hele dag mee aan de weer, maaien, sprinklers aan, ze moeten wel heel veel van voetbal houden. Na een dagje Jaco zien we waarom, er wordt een wedstrijd gespeeld en er zijn veel auto’s en zelfs een eten en drinken tentje.

Eten doen we maar bij de lokale patatas-boer. Nee, friet heeft hij niet meer, hij heeft nog calzado’s, lokale happen. In een hamburger daarin kan hij nog voorzien. Quatro hamburguesa’s dan maar. We zitten aan de houten tafel, kijken naar de dorpsbewoners en zij naar ons. Er zijn geen muskieten en de hamburger is heel okay. Prima zo de Pacific.

Het hotel heeft betere dagen gekend, was van een Amerikaan. Die is vertrokken, “moe van het harde leven Costa Rica”. Zie je wel vaker dat men de voortdurende hitte op latere leeftijd te vermoeiend vindt en de vertrouwde koelte van het oude moederland weer opzoekt. Yerlin, de nieuwe exploitant vertelt ons dit alles, zij heeft een aantal jaren met de eigenaar Greg gewerkt. We doen eerst moeite om Spaans te spreken, maar ze blijkt perfect Amerikaans Engels te spreken. De vorige eigenaar had het een beetje gezien, en voldoende geld, daarom dat hij een soort van keukentje bij elke kamer op de veranda zette. Hoefde hij het restaurant niet open te houden voor ze. Yerlin maakt met haar vriendin in elk geval uitstekende ontbijten: Continental, European en “tipico” de zgn. gallo pinto. Een soort nasi goreng, alhoewel het meer op een Surinaamse moksalesi lijkt. Rijst met bonen, dit is het typische Costa Ricaanse ontbijt. Je krijgt er gebakken eieren bij en gebakken banaan. Uiteraard kan je er van alles bij verzinnen als mogelijke aanvulling van de rijst rundvlees, kip. Ik vind het prima en gooi er royaal salsa op. De koffie is meestal prima en die kunnen we in ongelimiteerde hoeveelheden naar binnen gieten.

Jaco is surfen. Dewi en Isabel hebben er zin in, en de eerste de beste surfdude, die ons aanklampt wordt het ook. Het zij er twee, of el senor niet wat met de prijs kan doen? Nosotros Holandes, we vragen t maar. Ja, ok, bueno. Goed, goed. Om twee uur kan het feest beginnen, dan komt het getij in. Wat ons nog tijd laat voor lunch in de taart en broodjeswinkel. Het is duidelijk een laagseizoen, elk heeft een privé leraar. Beide zijn in hun nopjes. De meiden kunnen wel al wat surfen en dat is wel prettig, toch?

Volgende dag ben ik voor zes op, want ik wil het zien. Yerlin, de dame van het hotel, liet ons een filmpje zien van rode ara’s in een amandelboom van de hoteltuin. Om zes uur niets, ik ben al een beetje blij, want in Jaco zat er in alle drukte een rode ara in een boom te eten. Niet zomaar een parkiet uit het Vondelpark, wat ook al bijzonder is eigenlijk, maar een f… big papagaai, de grootste! Ik dommel weg en Isabel roept, ik hoor ze. En jawel, de een na de ander komt aangevlogen tot er 15-20 in de amandelboom zitten. Wat een voorrecht zomaar voor onze hotelkamer. Niets geen natuurpark, maar zo voor de deur. Horen doe je ze ook, als papagaaien ergens zijn dan is dat onmiskenbaar.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!