Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

Costa Rica 2018: Nog wat Pacific!

Nog wat Pacific

Nicoya, weet ik iets van Nicoya? Wat we weten, weten we van onze oude buren uit Amsterdam en de foto’s, die ze van hun reis tijdje geleden naar Costa Rica lieten zien. Berend, Adelien, Laura en Daan, jullie worden bij deze ontzettend bedankt! Tijdens ons verblijf word ik door Constatinous, de Griekse eigenaar van hotel Los Mangos in Montezuma, op de hoogte gesteld van de tweede plaats op de ranglijst van toeristische attracties van deze plaats.

Nicoya dus. Dit schiereiland aan de Pacific is te bereiken met de ferry vanaf Puntarenas, de grootste haven van Costa Rica. Groot deel van Puntarenas ligt op een schiereiland met aan de ene kant strand en aan de ander kant ook water en mangrove. De zondag is de stad stil en behoorlijk shabby, veel rommel, oude huizen en zelfs ruïnes. Het strandtoerisme heeft betere dagen gekend, er staan nog best veel hotels langs het strand in lamentabele staat. Aan het begin van de stad zie je hele Costa Ricaanse families naar het strand gaan, uiteraard eet en drinkstalletjes. Het lijkt me niet makkelijk om zoveel mensen op een strand te krijgen en dat je er ook nog een living van kan maken. Er zijn gewoon niet zoveel lokale mensen en buitenlandse toeristen en er is zoveel strand, mooi strand, wild strand. Dus als Puntarenas ophoudt een toeristentrekker te zijn, dan komt dat waarschijnlijk niet meer terug. Begin jaren 90 waren we hier vanuit onze woonplaats Aruba en toendertijd [OK1] was Jaco niet meer dan strand met wat cabinas en nu is het dé badplaats.

Van de punt van het schiereiland vertrekt de ferry en voor iets meer dan 22 euro vertrekken we met vier en een auto voor de vaart die 1,5 uur duurt. De ferry is best modern, schoon en je kan er een goede kop koffie drinken. De kust ziet eruit of die voor expeditie Robinson is gebruikt.

Nicoya is een verrassing, the ace in the hole, het is een palet van groen, heuvels en iets van de weg af kleine bergen. Veel oerwoud, beetje bosachtig, niet de zompige oerwouden aan de Atlantische kust. Kleine plaatsjes, huizen met erven, een redelijk smalle weg. Veel mensen op brommers. De hoofdweg loopt iets langs de kust en van daaruit gaat een onverharde weg naar de plaatsjes met hun playa’s, waar Nicoya bekend om is. Surfers waren uiteraard de eerste toeristen hier. Amerikanen kennen dit en de grondprijzen zijn daardoor behoorlijk, vooral aan de kust.

Montezuma is in feite klein te noemen, een hoofdstraat van 200-300 meter. Terschelling-like heb ik die vergelijking niet al eerder genoemd, bij Tortuguero? Het is een hip plaatsje, yoga-les behoort tot de mogelijkheden. Er worden zelfgemaakte sieraden verkocht. Er zijn wat dure souvenier/boetieks. Er zijn restaurants waarbij de eclectische recepten worden geserveerd. Het veganistische Organico missen we helaas, omdat er een reggae band speelt, wat de temperatuur tot ongekende hoogte jaagt en de bij de volgende poging waren ze dicht. Montezuma afficheert zich ook als een milieubewuste en milieuvriendelijke plaats, ons verzoek om een rietje wordt dan ook niet gehonoreerd bij een restaurant, rietjes zijn plastic en slecht voor de aarde. Later spreek ik met de chef, een aardige man, waarbij ik opmerk dat als ik het beste wilde, ik helemaal niet in Costa Rica zou zijn.

De weg loopt wat verder naar de kust en er zijn hotels en hostels. Hostels hebben een keuken en gedeelde kamers/slaapzaal en hotels niet, echter dit gaat niet altijd op. Soms zijn hostels meer B & B en is er geen keuken. In elk geval is met 4 reizen reuzehandig en zit je met zijn vieren in vierpersoonskamers in een hotel, heel normaal in dit land voor de prijs van 4 x een hostelpersoon maar wel met eigen toilet en soms zwembad of airco.

We zitten in los Mangos, de mango’s. Onze veranda kijkt uit op een hoe kan het ook anders alweer een prachtig strandje tussen de rotsen waar je bij eb kan zwemmen en bij vloed kan vissen van de rotsen. Dit doe ik een keer en met veel succes. Er komt een riviertje op uit dat van de watervallen komt “om de hoek”. Er is een zwembad van behoorlijke afmetingen dat in goede staat is, de rest is behoorlijk aan vervanging en onderhoud toe. Er zijn ook Balinese stijl huisjes, verspreid over het grote terrein. Je hoeft niet naar een nationaal park met veel rijpende mango’s krijg je de apen cadeau tegen de schemering, eerst capucijnaapjes en later de brulapen, die je overdag al rondom in het bos hoort. Fotograferend krijgt Isabel een, gelukkig kleine mango, in haar gezicht gegooid. Als dierenvriend is ze er behoorlijk ontdaan van. We staan er ook niet meer al te dichtbij. Apen kunnen wel heel goed rijpe mango’s onderscheiden, die krijg je uit de bomen toegegooid. Na een wat langer verblijf vanwege de aangename ledigheid van de plek besluiten we naar Manuel Antonio te gaan, het oudste natuurpark aan de Pacific kust. Daarbij moeten we weer terug met de ferry en weer langs Jaco, de bekende badplaats in zuidelijke richting. We gaan niet naar Monte Verde met zijn nevelwouden in de bergen, de regentijd is begonnen en onze huurauto is geen 4x4 off-road. Het is allemaal onverharde weg. Veel van Costa Rica’s wegen zijn onverhard meer dan we vermoeden, daarom is over land naar het vaste land gaan niet alleen een omweg maar ook een risico met een gewone auto.

Manuel Antonio heeft een schiereiland en aan weerszijden ligt een strand, dat pal aan het oerwoud grenst. Men heeft de toevloed van toeristen in redelijk goede banen geleid. Buiten het hek echter is het een gedeelte van de dag druk met souvenierverkopers en gidsen die zich aanbieden, echter na vier merken we is het heel stil en neemt het oerwoud het weer over. De informatie is goed en de bewegwijzering van de paden ook. Een gids vertelde dat slechts 2% van het park door de toeristen bezocht wordt. Wat het bijzonder maakt, zijn de bergen die hier tot aan de zee doorlopen. Ga je weer iets noordelijker dan heb je een vlakte die aan zee ligt met tientallen kilometers oliepalmplantages langs de weg.

Het wordt tijd dat ik afsluit. Morgen naar huis, Roos, Isabel en ik. Dewi gaat weer verder, Nicaragua in en uiteindelijk weer Guatemala. Ze wil wel langer ergens verblijven als vrijwilliger oid. Anders reis je maar van hostel naar hostel. Ze heeft een blog www.dewimilou.nl

Een goede slice van Costa Rica kan zeker in twee weken, het land is niet zo groot, een auto huren kan goed, als je echt alles wil kunnen bereiken huur een 4 x 4. Verbindingen zijn goed en de bussen comfortabel en niet duur. Het is kleurrijk, de mensen zijn heel prettig, het is een behoorlijk veilig land, goede verbindingen en de natuur, die ligt voor je deur. Ben je echt helemaal in de biologie, geen groter soortenrijkdom dan hier en dan met name de vogels.

Pura vida, zeggen ze hier, het pure leven!




[OK1]

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!