Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

Kanchanaburi, terug naar de Kwai

Kanchanaburi, de naam van dit stadje zal de meeste mensen niet veel zeggen. Zeg ik echter River Kwai, dan weten de meesten wereldwijd waar het wel over gaat.De beruchte spoorlijn, de Birma Railroad, die de Japanners door de jungle aan lieten leggen door krijgsgevangenen van de legers van de voormalige koloniale machten, die ze verslagen hadden. Door het aanleggen van de spoorbaan zouden ze toegang krijgen tot Birma en zo door naar India. Krijgsgevangenen waren veelal Engelsen, Australiërs en Nederlanders. Waaronder vele van mijn ooms, zowel van moeder als van vaderskant, die als dienstplichtige in het KNIL, het Koloniale Nederlands Indische Leger, moesten dienen. Nederland was voor de Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk qua grootte het vijfde land ter wereld, want Indonesië is dat nu, dus er was ook een groot leger in Indonesië. We komen er nu niet voor de zwaarbeladen geschiedenis, zoals drie jaar geleden. Verderop liggen de Erawan watervallen, waar de watervallen op diverse niveaus poelen vormen. Kanchanaburi is een bruisend nijver provinciestadje en strekt zich uit langs de Kwai-rivier en heeft o.a. daar ook de 'Bridge on the River Kwai' liggen.

Onze Guesthouse 'Sam's Riverraft Guesthouse', de naam zegt het al, heeft daar ook twee woonarken liggen. Het is stil met toeristen aan deze kant van de toeristische hoofdstraat, met hotels, guesthouses, restaurants en aan ons eind van de straat openluchtcafe's , waar wat dames van lichte zeden bier aan het drinken zijn met bijna pensioengerechtigde bikers. Meerdere heren op leeftijd zie ik hier lopen, met grijs haar in een staartje. Veteranen uit de Vietnam-oorlog, of gewoon ziek met de ratrace van de Westerse maatschappij? In de straat zie ik een oudere Westerse man met een Shoarmastalletje, ik moet eerst goed kijken, jawel, toch. Voor hun geen all-nite parties met bonkende housemuziek tussen de backpackers op de diverse Koh's, misschien wat sateetjes en loempia's en Chang biertjes. In Khao San Road wijk kom je deze oude beroepstravelers soms ook tegen, bijvoorbeeld in ons vaste straatrestaurant tijdens onze tussenstop in Bangkok op weg naar Kanchanaburi. Een oudere Amerikaanse man met fietshelm zegt tegen onze Zuid-Afrikaanse buurman: 'Get the cheapest place you can. My room only has a door'. Als je wil kan je een kamer van onder de € 3 krijgen, zelfs met eigen toilet en zou je voor een zelfde bedrag kunnen eten. Thailand is allang niet meer van de 'traveler', de opvolger van de 'overland'-hippies, de meeste plekken van interesse kan je boeken per tour, maar het hoeft niet.

Je moet een paar stalen trappen af voor je bij onze woonark bent. De rivier stroomt behoorlijk snel en voor ons ligt de andere rivieroever met rietkragen, die niet bebouwd is en waar verder ook geen bewoning is en aardedonker 's nachts. Af en toe komt er een longtail racemodel met toeristen langs. Niet vaak, want het zomervakantieseizoen loopt op zijn eind, ook in Bangkok tijdens onze stop-over, is het rustiger. Het zou bijna een woonboot aan een Nederlandse rivier kunnen zijn, ware het niet dat er stroomafwaarts steile groene bergen te zien zijn, palmbomen en bamboebossen aan de overkant en de lotussen van het hardste soort roze. Het is vertrouwd, maar toch anders. Tegen de avond komt tussen de woonark en de oever, een varaan van meer dan een meter half zwemmend, en kruipend langs. Uiteraard is Isabel de eerste die hem opmerkt. Stroomopwaarts is een brug en er onderdoor kan je de 'Bridge on the River Kwai' in de verte zien. De 'Nightmarket' is een must voor hapjes en spulletjes. Prijzen liggen beduidend lager dan op Koh Tao, op de helft is heel normaal. De mensen zijn ook een verademing. De af en toe teveel gegeven bankbiljetten, krijg je alvast weer terug. Mensen lopen stalletjes af en kopen van alles wat te eten, wij ook. Ons avondeten is meegebrachte papayasalade, kleefrijst, gedroogd en gebakken draadjesvlees, gefrituurde kipkluifjes, sushi, gekookte mosselen en als toetje is er te kiezen uit zoete deegballetjes in kokosraspsel, banaan in zoete kleefrijst met rode bonen in bananenblad, pomelo, kleine banaantjes en een soort verse lychees (kleng-keng, Indonesisch of knippa's op de Antillen) aan een bos, dat alles voor de prijs van een luxe belegde broodje.

Erawan in het Khao Laem National Park kan je bereiken met een lokale bus, die door het vlakke en groene dal van de Kwai zo'n twee uur voorthobbelt. De oude Mercedes maakt meer geluid dan hij power heeft en op het laatste stuk echt omhooggaande deel langs een stuwmeer, is het loopsnelheid. We hebben geen haast en de oudere chauffeur is vrolijk en vriendelijk en geeft ons nog dringend informatie mee: 'Bus back at two en last bus at four'.

Er zijn zeven watervallen, we redden het tot niveau vijf. We moeten immers de laatste bus terug halen. Tussen busladingen Russen gaan we zwemmen, er zijn op dit moment meer Russen dan Amerikanen in Thailand. Alles is in feite dichtbij Rusland, denk ik. De watervallen zijn heel speciaal met hun poelen, en je kan er zwemmen en tot achter de waterval komen. Waar je heel erg aan moet wennen, zijn de vissen (Tor soro, een karperachtige) van een vingerkootje tot zeker 45 cm lang, omdat die doodleuk aan je gaan knabbelen. Ik doe mijn voeten, ze grazen je huid af op dode huidcellen, het kietelt. Ze doen hetzelfde als de voetbehandeling die je krijgt bij de massagesalons met de Gararufa visjes en helemaal voor niets. De meiden ontdekken dat ze grote rotsblokken als glijbaan kunnen gebruiken en zijn opeens niet meer bang voor wat visgekriebel.

De bus terug is in duidelijk betere conditie dan de heengaande en binnen 1,5 uur dropt hij ons bij de Night Market, beduidend dichterbij ons verblijf dan het busstation waar de heenrit begon. Onderweg zien we typische produkten van hier grote rotsen, min of meer bewerkt in al dan niet abstracte vormen voor in je tuin. Flinke jongens van drie meter hoog of grote partijen hout, grove tuinmeubels en opvallend is de hoeveelheid militairen in dit grensgebied met Birma. Toch niet de beste vrienden Thais en Birmezen, getuige de vernietiging ook in de 18e eeuw van de Thaise hoofdstad Ayutthaya.

's Avonds drinken we op ons balkon aan de Kwai bacootjes en gooien Isabel en ik een hengeltje uit. De eerste vis die een redelijk formaat heeft, wordt uiteraard door Isabel gevangen. De vrouw die op het hotel past en voor de balie slaapt, krijgt uiteindelijk drie vissen, waar ze best tevreden mee lijkt. 'Pla' is vis en dit is wat ze Morokot noemen. Ik denk dat het een soort meerval is met enorme ogen en grote bek maar geen voelsprieten, een soort Panga.

Volgende dag komt er een minibusje dat ons weer naar Bangkok brengt naar het New Siam ll Guesthouse, ons geadopteerde huis met zwembad, dat vlak bij Khao San ligt. Bangkok here we come, back to shop.....

Reacties

Reacties

Irene

Hee Wal, Ik heb weer genoten van je verhalen en kijk uit naar de tijd dat wij die kant op kunnen (... of wat verder...)
Die tijd is gelukkig te overzien.
Hier loopt de zomer op z'n eind en zijn de neuzen gericht naar het nieuwe (school)jaar. Het is oké..zeker met allerlei leuke en positieven happenings in het vooruitzicht.
Wel thuis en goede reis. Take care ! Liefs voor jullie allen. Irene

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!