Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

29. In het rode hart

Het vreemde is hoe welvarender een land hoe moeilijker en duurder het is om het internet op te komen. In de leegte van het woestijnachtige binnenland kan je vaak met je mobiele telefoon ook niet terecht. Je praat over stukken van een dag rijden, Tenant Creek naar Mount Isa in Queensland van 688 echte lege kilometers, waarin we werden ingehaald door vier auto's en twee roadtrains, gigantische opleggers met drie of twee aanhangwagens eraan. Ze kunnen tot vijftig meter lang zijn en je kan maar beter opzij gaan.

Op deze stille 'snelweg' keren we dan ook regelmatig om als we wat interessants denken te hebben gezien. Wel even kijken uiteraard, roadtrains heten niet voor niets roadtrains. Hé, ik zie een goanna (soort varaan). Waar? Okay we kijken even. En dan sukkelen we doodgemoederd terug en kijken. Soms maken we een foto.

Leefden we in de illusie dat de beroemde rode rots Uluru, met de Engelse naam Ayers Rock, naast de Noord-Zuid verbinding de Stuart Highway ligt, dan kwamen we lichtelijk bedrogen uit. Je moet maar liefst een ommetje van 250 km heen en nogeens terug maken. We gokken het een beetje, want het is laat in de middag, redden we het nog voor het donker? Rijden in het donker wordt ten zeerste afgeraden met het oog op overstekend wild. Dewi en Isabel vinden het prima, vooral Dewi, die wil graag door naar Uluru. Bij Erldunda is de aftakking van de hoofdweg. De man aan de kassa van de roadhouse in Erldunda, dat wil zeggen sort-of-cafe-restaurant-benzinepomp-camping-motel, heeft niet geheel objectieve informatie. Ze hebben daar ook een camping en ze willen je uiteraard een nachtje houden. 'Nee, je moet de hele weg doorkachelen tot Uluru en ze hebben geen stroom. Bovendien hebben we een zwembad'. Hetgeen niet helemaal waar is, er zijn niet een maar twee campings met stroom.

Zolang we rijden hebben we airco in de auto, en dat maakt het op weg zijn vaak prettiger dan stoppen bij temperaturen die makkelijk boven de 36 liggen. Het is koel vertelt men ons, lekker want vorige week was het nog 47. Alweer heb ik het over het weer, het lijkt wel Nederland.

We zijn toch wat gewend, we hebben zelfs jarenlang op een ook niet al te koude plek als Aruba gewoond en we komen net uit Indonesië, Thailand en Maleisië. Echter daar is er altijd een escape, er is wind, er is zee, er zijn koele berggebieden vlakbij, een hotelkamer met airco. Zelfs Death Valley, de heetste plek van de Verenigde Staten, heeft hoge bergen niet verder dan een halve dagreis verder.

Australië is een heel oud continent van meer dan een miljard jaar oud en het is dan ook heel erg afgesleten, alleen de allerhardste rotsen zijn er nog. Echt hoge scherpe bergmassieven zijn er niet. Dus verkoelende hogere streken zal je tevergeefs zoeken in het centrum. Een troost is, de nachten zijn er vrij koel.

Uluru is een stuk van een gegolfde steenlaag van kilometers lang, dat net boven het aardoppervlak omhoog komt. De rest van de andere aardlagen is weggeërodeerd en dit is er over, een stuk rots dat harder was. De Olgas, oftewel Kata Tjuta, is in feite hetzelfde verhaal, de steen is alleen van een iets andere soort, aanvankelijk in hoekige brokken gespleten die boven de grond meer afgesleten, zodat je diverse ronde rotsen krijgt.

Bij de Olgas kan je wat wandelingen maken, en we doen er eentje net tussen de tourgroepen door, zodat we de route voor onszelf hebben. Bij de groepen toeristen dragen velen hoofdnetjes tegen de vliegen. Isabel en Dewi huppelen vrolijk door, Dewi in elk geval en Isa vindt het maar zo-zo, lopen met deze warmte. Ze klagen nooit over de vliegen, zouden kinderen minder last hebben? Ik gebruik nog een hempje als geïmproviseerde anti-vliegenhoofddoek, onder mijn pet. Vliegen in de oren, brr.

De rotsen torenen boven je uit en zijn bloempotkleurig bruin-rood en de lucht is helblauw. Dit is de enige plek van enige hoogte, buiten Uluru, je kijkt over de vlakte , die begroeit is met struiken en lage bomen. Als een polder zo vlak, misschien gaat hij helemaal door tot West-Australië.

Bij Uluru is het informatiecentrum, waarvan een groot gedeelte gericht is op de cultuur van de Aboriginal stam wiens thuisland dit is, de Anangu. Hun manier van leven met de natuurlijke middelen die de woestijn hun aanreikt is er te bekijken. Ze zien zich als hoeders van het land, de aarde. Het was nooit makkelijk, om uit deze woestijn elke dag aan eten te kunnen komen, het vereist grote kennis en kunde. Je zal zelfs struiken blad voor blad moeten aflikken om aan het zoet wat bladluizen achterlaten te komen.

Of een speer met een speergooier een honderd meter ver en precies kunnen slingeren om een kangaroe te treffen. Ze houden het op die manier al 50.000 jaar vol. Maar de moderne wereld komt met andere problemen en verlokkingen.

Bij het tanken in het perfecte accommodatiecomplex van camping tot resorthotel van Uluru staat er op de pomp onder het woord unleaded 'non sniffable fuel'. Niet opsnuifbare benzine. Andere tankstations in deze regio hebben een soortgelijke tekst bij de unleaded, zie ik later. Mmm, bedoelen ze dat de superpremium beter is, voor dit soort oneigenlijk gebruik?

Australië heeft een probleem, een levensgroot integratieprobleem. Alice Springs is de grootste stad, een metropool voor het hart van Australië, 20.000 inwoners, 1500 km van welke staatshoofdstad dan ook. De volgende dag krijgen we een klein beetje te zien van een van de uitwassen van het probleem in Alice Springs, overal langs de weg zie je mensen lopen, hele zwarte mensen of ze zitten onder een boom of een struik. Blanke Australiers lopen niet om zich te verplaatsen in de woestijn, dit zijn Aboriginals.

In the Northern Territory is een op de vier van Aboriginal afkomst, terwijl twee procent van de hele bevolking dit is. Als toerist aan de Oostkust of het Zuiden hoef je in feite niets van deze bewoners te merken, behalve dan dat je leuke kunstnijverheidsprodukten kan kopen en wat verwijzingen in musea en boeken. Dan lijkt het net of ze niet bestaan en niet dat het om een bevolkingsgroep gaat, waar het absoluut niet goed mee gaat.

Bij het kopen van drank stuit ik op de drankwetten van de staat, the Northern Territory. Uit de kast met rolluiken kan ik of een fles port of een pak van maximaal twee liter wijn kopen. Flessen wijn mag ik naar hartelust kopen, desnoods een vrachtwagen vol. Het duurt een tijdje voor ik de procedure door heb, legitimatie die wordt vastgelegd bij de kassa. Een Australische heer en de winkelbediende zijn het roerend met elkaar eens dat het stomme wetten zijn die geen fluit helpen, maar het is de wet. Lijkt me ook, merken we later. Het loopt tegen sluitingstijd, wat schemerig en we lopen naar de auto. Op de parkeerplaats van het grote winkelcentrum lopen opeens veel aboriginals rond sommige compleet onder invloed van wat dan ook. Men schreeuwt, staat heftig te gebaren, een man staat verwezen te bedelen. Kortom, lang genoeg in de grote stad gewoond, dit lijkt wel junkengedrag. De kinderen worden bang en we vertrekken dan ook zo snel mogelijk.

Alcohol is overigens zo wie zo een groot probleem in Australië, ook onder de jeugd, maar bij de oorspronkelijke bevolking een reuzeprobleem. Ik vermeld ook even dat in 1960 nauwelijks een Aboriginal land bezat, het tot 1962 duurde voor ze stemrecht kregen notabene in een democratisch land. Er is nog veel meer treurigmakende statistiek te vermelden over levensverwachting, kindersterfte, ondervoeding etc. maar ik laat het hierbij.

Een van de rijkste landen van de wereld krijgt het niet voor elkaar om haar oorspronkelijke bewoners te betrekken bij haar maatschappij, alle goede bedoelingen en pogingen goedschiks of kwaadschiks ten spijt.

's Avonds kijken we naar de zonsondergang over Uluru, die de rots in veranderende kleuren zet zoals al een miljard jaren gebeurd en zeker nog zal gebeuren. Zal de huidige Westerse manier het op haar manier 50.000 jaar volhouden.....

Reacties

Reacties

familie drontmann

hartstikke leuk om te lezen over australie, en alles herkennen wat jullie nu zien. nog veel plezier!

grt harald, anita, sjoerd, thijs en lars

Irene

Hee jongens.
Als ik niet uitkijk zie ik zo de zonsopgang boven de stad.
De week is nog niet begonnen en ik heb vanavond al heel wat werk-energie verbruikt. Dat wordt nog wat deze week.
Ik heb speciaal jullie site opengetrokken voor wat droom-
stof voor deze nacht en zo kan ik ook wat bijkomen van de rust en ruimte om jullie heen.
Wellicht droom ik er wel van.

Maar ook zeker een prachtig gezicht is de kermis
op het Westergasterrein bij avondgloren.
Alleen erg koud maar grootse lol.
Good Night... Irene

claudia

Hey lieverds,
Wat een verhalen, geweldig. Ben even een brake aan het nemen op het werk, dit lezen is erg ontspannend.

Geniet er nog maar van! Time Flies!

Claudia

conny

hoi lieverds,
prachtig lijkt het me daar!! hier ook hoor..! ik zit achter de pc en kijk hoe de tuin op 'springen" staat. De forsytsia zal morgen wel uitkomen, geholpen door een zonnetje als die tevoorschijn komt vandaag! gisteren tijdens mijn pauze heerlijk op het strand gelopen... (goede voornemens in de lente) jullie komen in een goede tijd weer thuis....!! geniet nog maar even...!!!
dikke kus, Conny

Wil Hooymans

Prachtige verhalen van jullie. Jullie hebben veel meegemaakt en wie ver reist kan veel verhalen vertellen, maar jullie komen alweer snel naar huis, en wat is de tijd snel gegaan. Groeten van Wil

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!