Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

31. Aan de waterkant

Eugnella, het nationale park is prachtig, ik sta ervan te kijken. Eigenlijk zijn we hier voor een dier en niet voor al die groene pracht van een regenwoud in de bergen. Je kan hier veel langer blijven als je wil. Hiken, vrijwel in het wild kamperen. Echter de meesten willen slechts een ding en dat is dat vreemde beest zien. Australië als safariland.

Een vogelbekdier, de naam zegt wat het is, een dier. Iets met meestal vier poten met een vogelbek. Net als aardvarken, ook een lekker nuchtere Nederlandse aanduiding van een beest.

De Engelse naam voor het vogelbekdier is Platypus, toch niet echt Engels dacht ik. Het dier staat hoog op de lijst van de in het wild te spotten dieren van de kinderen. Het dier legt eieren en zoogt zijn jongen en heeft ook een buidel. Niet makkelijk te zien, het is een redelijk schuw beest en leeft in het water waar het kreeftjes, insekten en dergelijke eet. Op zich is het niet een heel zeldzaam dier.

Na de zee in Townsville, Magnetic Island en nog een keertje aan zee bij Bowen, nu weer landinwaarts de bergen in, weer eens wat anders en lekker koel. Het waait nogal aan zee en het weer is vaak bewolkt, dus niet je van het, maar beter dan de orkaan die ze gehad hebben enkele weken terug.

Het is groen landinwaarts, eerst door vele suikerrietvelden in een aanvankelijk wijd dal en dan opeens steil omhoog, waarachtig haarspeldbochten en dat in Australië. Boven gekomen ligt Eugnella op een soort glooiende hoogvlakte. Het gelijknamige Nationale Park 10 km verder. Varens, klaterende bergstroompjes langs en van de rotswanden afkomend. Een wat alternatief uitziend dorpje, zoiets zou je in Amerika ook tegen kunnen komen. Vrijdagavond is er social dinner met homecooked food in het dorpshuis, dus iedereen is weg, ook de beheerders van de camping. Later gaan we er maar gewoon staan, men is weg voor een hapje en (meer dan) een drankje.

We zijn vroeg, twee uur 's middags bij het nationale park. Het dier laat zich zien van drie tot acht 's avonds, zegt het informatiebord. Moeilijke te spotten, nu heen en weer naar het dorp en dus later terug naar het nationale park? Nee, teveel gedoe. Dan maar blijven tot de officiële tijd drie uur. Niet dat we verwachten dat de dinges zich om die tijd aandient. Op een officieel observatieplatform bij de rivier gaan we wachten, regenwoud om ons heen. Mooi in het groen, zon, lekker temperatuurtje, niet van dat hete. Schildpadden en een hele grote vis onder ons. Kaketoes en een bushturkey, maar geen vogelbekdier. Die beesten zijn vast een soort zoethoudertjes, zouden de schildpadden daar zijn om de mensen te paaien. Zucht, kreun, waar blijft het vogelbekdier?

Ergens tussen drie en vier denk ik, het is mooi geweest, handig zo'n camper om pauze te houden, je kan zelfs een kop koffie zetten of de middagdip uitzitten. Als het vanavond niet lukt dan kunnen we morgenochtend nog vroeg opstaan. Dewi gaat nog huiswerk maken, Isabel en Roos blijven op het platform.

Uiteindelijk zien we het vogelbekdier toch bij de nabijgelegen brug. Af en toe, want het blijft tot wel tien minuten onder water. Een Duitse man waarschuwt me. Hij laat ook zijn video zien. Zijn dag is helemaal goed wanneer ik zeg 'the million dollar shot'. Uiteindelijk zien we er drie. We kunnen verder in Australië, het vogeldier kunnen we in onze zak steken.

Twee net aangekomen Duitse jongens, die eencamping daar zoeken, druk ik op het hart. Nu gaan zien dat beest bij de brug, anders moet je morgen twee, drie uur wachten en ook nog de kans lopen hem niet te zien.

Niet altijd hebben we geluk bij het zien van de beestjes in hun natuurlijke staat. Bij Bundaberg ligt Mon Repos, een schildpaddenstrand voor met name de Loggerheadschilpad. Er komen ook wel andere soorten, maar dit strand is hun stek. 's Nachts kan je kleine schildpadjes die uit het ei kruipen zien. We zijn te laat, ze zijn gestopt met de rondleidingen op 10 maart. Het is nu 21 maart.

In Burnett Heads staan we op een camping tussen overwinterende gepensioneerden, wiens dagbesteding bestaat uit het maaien van het gras rond hun semi-permanente staanplaats. Kinderen zijn hier een zeldzaamheid en vinden ze zo te zien erg gezellig. De beheerster vertelt dat de cycloon (zo noemen ze een orkaan hier), de nesten met eieren weer de zee in gespoeld heeft. Dus dit jaar is niet alleen de fruit en groenteoogst slecht door het droogste jaar in honderd jaar, ook de oogst aan jonge schildpadden. Overigens niet een heel best jaar voor Australië; overstromingen in Queensland na de droogte, bosbranden en de financiële crises, waar de meeste Australiërs nog niet echt iets van merken. Maar sommigen merken op dat dat wel gaat komen. Hun grote vakantie stopte begin februari, dus ze leven nog een beetje in de vakantiestemming en helemaal in tropisch Queensland waar ze 300 dagen 8 uur zon per dag hebben.

We gaan terug naar de kust en zwalken verder langs zee, nog steeds op zoek naar een bereikbaar eiland, financieel en qua afstand, hoe verder weg hoe meer zeeziekte. De Whitsundays, een toeristische must, vallen af, er staat een forse wind langs de kust en de golven op zee zijn navenant.Ook kan je er niet met de camper op of kamperen, dus je bent genoopt met een zeil/boottour mee te gaan, e.e.a loopt wat in de papieren.

Zo komen we ook in Yeppoon aan, waar we 'de boot naar Great Keppel Island ook missen' ruwe zee en bewolkt weer. En een prachtige plek pal aan het strand. Dat gebeurt wel meer hier, dit is toch Australië en er is wat ruimte. Ook zitten we toch een beetje buiten de weekendactieradius van de bewoners van een grote stad als Brisbane.

Dit is zo'n beetje ook de grens waar de box-jellyfish, ja, die de seawasp zijn nog voorkomt. Ook fijn is dat de muskieten hier geen mogelijke dengue overbrengen waarvoor men in Townville voor waarschuwt. Ja, dat had ik nog niet verteld....

Maar ieder voordeel heeft zijn nadeel, het weer in zuidelijke richting wordt ook minder tropisch en we gaan dan ook richting herfst op het zuidelijk halfrond. Het wordt opschieten met het vinden van een goed eiland.

Reacties

Reacties

Binnur

weer een spannend verhaal. ik dach dat platypus een fantasie dier was. weer wat geleerd.

groet

jeanet

Hoi,

Heb nu standaard de atlas beneden. Heb er nooit zo bij stilgestaan dat er zulke klimaatverschillen zijn in Australië.
Ben het nu aan het bestuderen. Groet van ons allen.

Rosa en René

Hoi wereldreizigers,

Wat heerlijk om jullie verhalen weer te lezen. Wij zijn morgen alweer 6 weken terug en ik moet zeggen het leuke is eraf! We verlangen weer naar onze camper in Nieuw-Zeeland en de heerlijke warmte van Australië.
We wensen jullie nog heel veel plezier. Geniet ervan.

Groetjes
Rosa en René
Penang, Maleisië

familie drontmann

we zijn erg jaloers dat jullie de platypus hebben gezien, daar hebben wij ook heel australie voor rondgereden! nog veel plezier en tot gauw!!

harald, anita, sjoerd, thijs en lars (die kan niet wachten)

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!