Wally, Roos, Dewi en Isabel op reis

USA 2016: Badwater, nee 'Bèèhd waohter'

Weldon, bij Lake Isabella begint er al behoorlijk woestijnachtig uit te zien, het gebrek aan regen maakt het er nog woestijnachtiger op. Enorme uitzichten, een view uit ons campinghuisje is a milliondollar view. Weidsheid als een polder, maar dan anders…geel en bruin zijn de kleuren.

De rent-a-tent blijkt een huisje met als bonus een airco en een eigen badkamer met toilet. Het is 104 graden Fahrenheit, dat is dus 40 graden Celsius. O yes,yes het is mijn lucky day. Protesteren doen we maar niet. Oh nee, huisje geen probleem, maar er zouden pannen zijn en kookgelegenheid. De beherende jongeman zegt, maar er is toch een magnetron? Uiteraard hebben we daar niet van terug. Ah juist ja , natuurlijk daar kan zo een mac and cheese in (macaroni met kaas). We houden verder onze mond, willen onze hand natuurlijk niet overspelen. In veel motel/hotelkamers zit een magnetron, dus wil je niet uit eten om wat voor reden dan ook, dan kan je bijna overal microwaveble maaltijden uit diepvries of met water aan te maken en vervolgens in de magnetron zetten, kopen. We praten hier over een natie die mensen op de maan heeft gezet, ze hebben dus een naam hoog te houden met gemaksvoedsel voor onderweg. Absolute topper in prijs/kwaliteitsverhouding vind ik de diepvries-enchilada in diverse smaken voor 51 c$. Helaas eet niet de hele fam het, deze zachte wrap met room-bonenvulling of bonen-gehakt of kaas etc vulling.

Deze dagen blinken we ook uit in verkeerde wegen nemen en bordjes missen. Het blijkt dat niet al te ver van Lake Isabella een bos met sequoia’s, het Sequoia National Forest te zien is, verder de Sierra’s op. Beneden aan de bergen heet het ook al zo, maar in de droogte daar maken we geintjes als, wauw daar staat nog een boom. Missen het bord ‘Trail of the 100 Giants’ op een mijl van de camping. We rijden verkeerd en komen aan de Oostkant van de Sierra’s terecht, we rijden 180 mijl teveel. ’s Middags maken we het goed, vinden een goede supermarkt Von’s, warmwaterbronnen aan de Kernrivier en vangen een vis, Isabel dus en we gaan zwemmen in het meer.

Volgende dag willen we naar ‘Death Valley’, niet naast de deur, maar wagen we het er toch maar op om een reprise te doen naar de befaamde beroemde grootste boomsoort ter wereld, de sequoia. En het is prachtig verder de bergen op, de Kernrivier is een snelstromende rivier, en er is heel veel gelegenheid om op natuurcampings daar te steen, om te vissen en te zwemmen. Vrijwel op de toppen staan dan hoogoprijzenden wouden van niet alleen sequoia’s, maar Douglasdennen, ook geen kleine jongens. Een sequoia is geen den maar een conifeer, heeft kleine kegels en kan enorm zijn. Een gevallen exemplaar meet ik 96 grote stappen lang, het hout is cederachtig familie van de andere beroemde boom in California, de Redwood, wat dan weer de hoogste boom ter wereld schijnt te zijn.

Death Valley bereik je door het lage zuidstuk van de Sierra’s door te steken naar de droge oostkant ervan. Wat je in de echte woestijn doet belanden de I 14 , de Interstate die in zuidelijke richting door de Mojave uiteindelijk in LA doet belanden. Ze is al een voorproefje wat je uiteindelijk in Death Valley kan verwachten. Death Valley is het heetste, droogste en laagste gebied van Noord Amerika en dit heeft allemaal met elkaar te maken. Droog omdat de bergen westelijk vrijwel alle regen afvangen, het laagst omdat de bergen omhoogkwamen en het gebied naar beneden ging. Het heetst omdat de omringende bergen alle hitte binnenhouden, als in bakpan.

De hitte is enorm en nu zeker met de hittegolf. We zijn 3 graden Fahrenheit van het record van 1913 af, nu dus 131 graden F, Jawel extreem te noemen 55 graden. Zonder auto met airco niet te doen, en in Furnace Creek Ranch houdt de airco nooit op. Ons huisje ligt tegen het groene gras van een golfbaan aan. Mmm, ik heb hier zeer gemengde gevoelens over, sprinklers, die zoiets doen als een golfbaan begieten in een gebied waar de minste neerslag van heel Noord Amerika valt.

Uiteraard staan we vroeg op voor de zonsopgang bij Zabriski Point, waar de rotsen met hun uitgeslepen vormen , veranderende kleuren krijgen tijdens het klimmen van de zon. Om 5.00 uur gaat de wekker!

Badwater staat zeker ook nog op het programma en Dantes view, een hoog uitkijkpunt over de vallei. Vooral Roos wil graag alles zien, of nogmaals zien toen we in 1993 hier kampeerden.

Badwater, we zeggen het op zijn Nederlands, ja want wat is ongerijmder in deze verschroeiende omgeving als badwater. In het Engels is het uiteraard “Slecht water”. En als dit er al is vanwege de schaarse regen in dit gebied, dan droogt dit op en blijft er zout achter. Dit is het laagste punt zo’n 90 meter onder de zeespiegel. Niet al te ver daarvandaan is er the Devils Golfcourse. Het lijkt een omgeploegd veld. De kluiten echter zijn keihard zout, met een steen erop slaan geeft een metaalachtig geluid.

Enigszins opgelucht ben ik wel als we na de ochtend lichtelijk doorgestoofd en pechloos Devils Valley verlaten voor Las Vegas, maar 150 mijl verder. Ik denk dat de autoverhuur gelijk had, neem een auto met een grotere motor, want de airco draait al die tijd op volle toeren en die zal na Death Valley nog geruime tijd doordraaien het Zuidwesten, Arizona, Utah en New Mexico staan niet bekend om hun lage temperaturen.

USA 2016: LA, nog leuker dan het lijkt!

Iedereen kent het wel, “Seems it never rains in Southern California….”.

Dan gaat het verder met “Man it pours”, Dat laatste vergeet het maar, regen al een hele tijd niet gevallen. Na de redelijke weelderigheid van Noord California, waar je ook wel kan zien dat het vrij droog is aan de heuvels van San Francisco, praat je hier in het zuiden van de Golden State van woestijn. Neem nu onze camping in de heuvels aan de voet van de Sierra’s, de eerste bergen vanaf de Stille Oceaan, er is een stuwmeer ‘Lake Isabella’ dat omringd wordt door gortdroge heuvels waar een enkele boom op staat. De film die ik in het vliegtuig zag met Matt Daemon, zo ziet het eruit, alleen op Mars zie je niet af en toe een struik. Onderweg kom je ook zwartgeblakerde stukken tegen, vorige maand was de camping dicht vanwege bosbranden.

Op weg naar deze plek kom je langs Bakerfield, deze stad ligt in het tuinbouwgebied van California, wat heet van heel de V.S. Overal is het dor, behalve op de stukken waar bevloeid wordt en men allerlei groente en fruit teelt.

De Kernriver op weg hier naar toe, ziet er in de smalle kloof op weg naar deze hoogvlakte, er ongelofelijk koel, groen en fantastisch uit met diepe poelen en grote stenen. Zo rond half zes bij aankomst werp ik een blik op dashboard 104 Fahrenheit. Een gevoel van ‘wow, het kan dus erger zonder nog ondragelijk te zijn’. Dit is dus 40 graden! In Nederland is er een hittegolf, maar hier zegt men dat ook, en top die temperaturen in de VS maar eens.

Gisteren was een pretparkdag, Universal Studio’s in Los Angeles. Nee, ik doe het geen recht, het is meer, het is een werkende studio met een pretparkgedeelte. Gisteren was het zaterdag dan wordt er in de studio’s niet gewerkt, dus we kwamen er redelijk dichtbij en tussen. Het is ontzettend leuk om een glimp te zien te krijgen hoe men dat met die films nou doet of heeft gedaan. En tussen al die echte rekwisieten zie je, bij het motel van Psycho, opeens Norman, die daar een groot pakket in zijn auto stopt. En je treintje komt in een gevecht terecht tussen Kingkong en een aantal dinosaurussen. Of een beetje racen tussen Vin Diesel en zijn maten in de Fast and Furious. Absolute top is Harry Potter, al eens een potje zwerkbal gespeeld? Weleens als in een straaljager onder een kasteelpoort doorgevlogen, niet toch? Niet for he fainthearted. ”It might be dangerous to your health”. En heel vervelend, Roos was er behoorlijk duizelig en ziek van, maar wel een ervaring rijker. Het kost wat maar dan heb je ook wat, dan is de Efteling een koopje.

Wat ze je nooit vertellen is dat Los Angeles best een leuke stad is. Een tropische stad, ik zie er tenminste bananen groeien, met lage huizen en zelfs een stad waar mensen ook lopen. Een hele Latino stad ook, waar mensen Spaans spreken, en je Mexicaans kan eten. Sowieso in California, dat je opeens heel verrassend bij het ontbijt een geweldige verse salsasaus krijgt, die je bij een soort patatjes kan eten. Het full American breakfast wordt dan een extra full American breakfast naast de pancakes , hash browns=rösti, scrambled eggs en de biscuits = bolletjes met baksoda gemaakt, met gravy, eigenlijk een ragout. Een stad met buurten ook, je kan er naar de strandplaatsen Venice Beach en Santa Monica. Ook de beroemde Walk of Fame hebben we bezocht. Kortom, tijd tekort voor deze fascinerende stad!

USA 2016: San Francisco to LA

We lopen een beetje achter met de blog, dat komt omdat we vrijwel elke nacht op een andere plek zitten. Variërend van hotel, motel, Inn en tent. Al hebben we dat laatste nog niet mogen meemaken, ons eerste adres waar dat zou gebeuren, gaf ons onverwacht een cabin i.p.v. een tent. Geprotesteerd hebben we niet omdat er een airco bijzat, fijn als het 40 graden is maar daarover meer in het volgende stukje.

Na de paar autoloze dagen in San Francisco gingen we weer richting airport voor de bestelde huurauto. De man van de autoverhuur nam voor ons alle tijd om een praatje aan te knopen, ondanks de rijen mensen die er op hun huurauto wachtten.

Hij raadt ons een grotere auto, een full-size model ipv de bestelde midsize aan. Ondanks alle waarschuwingen niet voor een grotere auto te kiezen, laten we ons toch overhalen. Dus we vertrekken al on the road met een witte Toyota Camry. Wit vanwege de zon, die we gaan meemaken. Een groot deel van onze reis voert door woestijnen en een groter model vanwege het comfort en de airco vinden we toch wel zo prettig. Uitleg van de verhuurder, de grotere motor wordt minder belast door de airco, die je nodig gaat hebben. Hij heeft gelijk, maar daarover later. Hij zegt, ‘waar denkt u dat ik vandaan kom?’ Ik zeg ‘U heeft wat Japans, misschien Japans uit Hawaii?’ Nee zegt hij, ik ben van Hongkong. Ik zeg dan ‘ze denken weleens dat ik Japans ben’. Ja, zegt hij, zo zie je er ook uit. Maar ik ben eigenlijk van Indonesië ha,ha.

Om maar te zeggen: San Francisco is de meest Aziatische stad van Amerika met de grootste Chinatown ter wereld.

Van San Francisco gaat het over de Highway 1, de Pacific Highway langs de kust van Noord en Midden California op Los Angeles aan. De namen lezen als een songbook en een filmgids. En laat ik het niet vergeten als een staalkaart van Amerikaanse literatuur. Het wordt gezegd een van de mooiste wegen ter wereld. Zelfs voor de chauffeur valt er veel te genieten. Hij voert langs rotsige stukken kust, maar hij is dusdanig aangelegd dat je geen moeilijk bochtenwerk hoeft te doen. Hij is 2-baans maar nergens is er vrachtverkeer te bekennen, dat neemt de snellere wegen in het binnenland.

Monterey is onze eerste stop en een vissersplaatsje. Niet al te ver van de Bay-area, het gebied rond San Francisco en behoorlijk toeristisch. Cannery Row zijn de oude visfabrieken en nu een toeristische attractie. In principe bijna als een soort Volendam. John Steinbeck werkte hier ook. De schrijver van East of Eden. Een van de films waar James Dean mee is doorgebroken en legendarisch is geworden.

Carmel ligt er vlak bij en daar was Clint Eastwood 2 jaar burgemeester geweest. Carmel is een mooi plaatsje met een prachtige baai en strand.

Verder langs de kust bossen met de hoogste bomen ter wereld de redwoods, en je wordt onderweg onverwacht getrakteerd op een kolonie zeeolifanten. Na San Luis Obispo sluipt het Zuid California gevoel erin, verdwijnen de bossen en woeste kust met mooie baaien en komt er strand voor in de plaats en verandert de highway in een ritje langs een dagje strand. Hoor je de Beachboys al in je hoofd “Surfin’USA “zingen?

USA 2016: Terug in Noord Californie

Na enige tijd windstilte op deze website is het er toch weer een van gekomen om met z’n vieren een grote oversteek te wagen. Dit keer naar het land van onbegrensde mogelijkheden, wat ook nog eens gezegend is met een prachtige natuur. Ook wilden we graag aan Dewi en Isabel laten zien waar we 23 jaar geleden met zijn beiden zijn geweest. Vier weken maken we een roadtrip met huurauto vanaf San Franscisco, langs de kust naar Los Angeles en via het droge binnenland naar Phoenix, Arizona, om daarna naar New York te vliegen voor de laatste dagen.

De taxichauffeur vraagt onderweg van het vliegveld in San Francisco naar centrum Downtown of we iets merken van Brexit. Hij is weleens op Schiphol geweest, naar Libanon. Jazeker, zeg ik, en wel op dit moment. Op de tussenstop in Toronto heb ik meer dan een Euro voor een dollar betaald in een flappentap, ATM, een automatic tellermachine. Later kom ik erachter dat je nooit zomaar uit de muur moet tappen. Flappentappen staan er overal, de meeste werken met afhandelingskosten en velen geven een heel beroerde koers. De beste staan bij of in de bank, waar de koers meestal ook het gunstigst is, de beroerdste op vluchthavens. De koppen koffie zijn echter nergens zo duur als op Schiphol. Dit is het land van de creditcard. En ook dit is het land van de prijsverschillen, ook regionaal. Is het in feite de waarde van je huis dat bepaalt waar je woont in Nederland, hier drukt het zich uit in veel meer zaken. En wil je entertainment, vertier…..ze zeggen hier. You wanna play you gotta pay. Alles kan (maar minder mag dan in Nederland). Ouders met kinderen die alle pretparken willen bezoeken alle attracties willen doen, ga vast sparen!

San Francisco is koud , 14 graden, bewolkt. Het hotel heeft betere dagen gekend, het is verder schoon, maar er zijn redelijke bedden en na een dag van 24 uur is een tapijtvloer met een kussen ook goed. Na een enigszins koude start en een vorstelijk ontbijt, ook qua prijs, en sloten koffie, kleine kopjes daar doen ze niet aan in de USA, zijn we klaar voor SF. Weten die toeristen veel, een ontbijt op Marketstreet, de Kalverstraat van SF. Voor een groot deel een Aziatische stad, niet een paar Aziatisch uitziende mensen, nee veel Aziatische mensen. Nog iets opvallends, nog nooit zoveel zwervers gezien. Ook veel zwerverachtige mensen in rolstoelen. Oorlogsinvaliden van de Vietnamoorlog? In de film Forest Gump, komt de hoofdpersoon zijn oude baas captain Dan uit het leger tegen. Deze is ook invalide en leidt een zwerverachtig bestaan. Toeval? Of is dit de plek voor oorlogsveteranen? De hele film is een allegorie van de hedendaagse Amerikaanse geschiedenis vanaf pak hem beet de zestiger jaren neergezet in een komedie. Films maken en entertainment Amerikanen zijn er meesters is, of anders trekken ze wel de top aan. Bijvoorbeeld Paul, Rutger en Jan, de heren Verhoeven, Hauer en de Bont does that ring a bell?

Iemand heeft ook een keten van seafoodrestaurants opgezet , naar een bedrijf uit de film Bubba Gump. Ook dat is heel Amerikaans.

In ieder geval zijn de mensen er vriendelijk en het klimaat is, laat dat duidelijk zijn, is geen strandklimaat. De man bij de autoverhuur, die op zijn gemak met ons een praatje hield ondanks de dikke rijen mensen, hij kon er niet over uit. Het water is steenkoud vanwege de koude golfstroom hier. Hij was van Hongkong. ’s Avonds drijven er mistbanken vanuit zee over de stad. De bekende Embarcadero, the Waterfront, dat is de grote trekpleister. Een gedeelte heet ook Fisherman’s Wharf, je rijdt Market gewoon af met een lekkere ouderwetse tram, niets toeristisch, iedereen doet het. Daar zie je de geweldige ligging van San Francisco aan de baai. Aan je linkerkant de grote rode hangbrug, de Golden Gate Brug en rechts de Bay Bridge. Tegenover je ligt Alcatraz, de voormalige gevangenis hoog op een rotsig eiland. Tegenwoordig een toeristentrekpleister van formaat, de tours zijn al een half jaar uitverkocht. Verderop achter Alcatraz rijzen de heuvels op van Marin County, waarvan veel beschermd natuurgebied is, onder andere Sausalito ligt daar.

We gaan eerst shoppen en de volgende dag fietsen. ‘Nordstrom’ denk ik, maar Dewi zegt dat het hele shoppingcenter Westfield heet. Het zal zes verdiepingen hoog zijn en is op een hoek van Market Street schuin tegenover het Toeristenbureau. Sportschoenen m.n. Amerikaanse merken mogen zich in de belangstelling van de meisjes verheugen. Ietsje goedkoper, maar wel van de nieuwste modellen.

Ik verbaas me vooral over de roltrappen, die in een bocht om de centrale binnenruimte open tot aan de bovenste luchtkoepel in het dak. Voortdurend vraag ik me af, hoe kan een roltrap in een bocht lopen. Het geheel heeft een uitstraling van een enorme Bijenkorf.

De tijd ervoor hebben we doorgebracht op de Fishermans Wharf, de waterkant met uitzicht op de baai en Alcatraz. Dit is een soort Scheveningen zonder strand, eettenten, souvenierszaakjes, straatartiesten. We gaan natuurlijk voor de Seafood combo, dus vis, garnalen, calamares.

Fietsen is een hele goede manier om op een gezonde manier langs de baai en over de brug, de Golden Gate de boel te verkennen. Vanaf Fishermans Wharf langs de baai naar de Golden Gate brug. Kinderen verplicht een helm, wij hoeven geen helm maar willen er wel graag een.

We zien een heel vreemd foldertje van een fietsverhuur, het is van ‘Basically Free Bike Rentals’. Uhhh denken we, hoe zit dat? Je huurt een fiets, gaat langs hun sportwinkel ergens onderweg vlak bij de baai op weg naar de Golden Gate brug. De deal gaat zo, als je wat koopt gaat de fietshuur er als korting vanaf. Goed okay, we proberen het, en als het een raar opzetje is hebben we tenminste wel een normaal fietstochtje gemaakt. We gaan er gewoon een fiets huren, tenminste als die goed genoeg is. Fietsen zijn prima hybrides Canondales met 15 versnellingen en dat heb je wel nodig als je het talud op moet voor de Golden Gate brug. Men is vriendelijk en behulpzaam en stelt geduldig de fietsen af. De sportshop blijkt onderweg een gigagrote winkel met allerlei gerenommeerde kampeer en recreatiespullen tegen normale prijzen. En we besluiten o.a. sportschoenen, een zonnebril en nog wat spullen voor onderweg te kopen. Die kosten ons maar een paar tientjes. Dus we hebben of een dagje vrij fietsen gehad of spullen gratis gehad, is maar hoe je het bekijkt.

Fietsen brengt je langs parken een heuvel met een fort erop, maar ook langs een stukje beschermd duin met strand erachter. De Golden Gate over is zeker in het begin rustig aan fietsen, vanwege de drommen toeristen die lopend er ook op willen. Overheen niet want de meeste voetgangers laten het verderop afweten en gaan terug. De andere kant van de brug is een free ride, helemaal zonder trappen de heuvels af naar Sausalito, een pittoresk en duur plaatsje voor de happy few. Voorzien van woonboten en huizen die op palen in zee staan. Een ijsje met een bolletje mag hier 4 dollar kosten, wat de ook aanwezige Starbucks een goedkoop tentje maakt.

Het uitzicht op San Francisco maakt het erg de moeite waard en hier is het ook zonnig en warm, compleet anders dan het bewolkte weer waar we mee begonnen. Het ligt ook in de luwte van de heuvels die het beschermen voor de zeewind

De ferry naar San Francisco maakt het zwoegen tegen de heuvels op naar de Golden Gate overbodig. Iets wat Dewi en Isabel natuurlijk allang bedacht hadden. Je moet echter wel een tijdje wachten, waar de aanwezige taxi’s al op rekenen, want ze hebben allemaal fietsdragers op de auto.

Bangkok, afscheid van Thailand

Haast is geboden, onze reis zit er bijna op, op weg naar nieuwe ervaringen blijven we alert zoeken en opeens vinden we het op Soi Rambutri, ons favoriete straatje in de Khao San Road buurt, voor onze vaste 7-eleven supermarkt. Heb geduld en Bangkok komt naar je toe. Doe me maar een combo voor de dertig baht, zeventig cent, zeg ik tegen de straatventster. Het is zover, ze overhandigt me het zakje met twee plastic lepels en ik kan er peper bijkrijgen. Ik mocht eens de familie eens mee willen laten genieten. Het supertrio bestaat uit kleine krekels, grote krekels en lekker dikke engerlingen diep bruin gefrituurd. De echt grote, vingerlange sprinkhanen en gefrituurde jonge kikkers laat ik maar even, kraakt zo denk ik. Voor de foto verorber ik twee krekels op straat. Een geïnteresseerde toerist offreer ik wat, hij kijkt bedenkelijk. 'Try, you want some?'. De man past. De boel is behoorlijk zout, zoiets als zoute vis, en het kraakt niet als ik dacht en het is vet, erg vet van de frituurolie. Niet een goed moment zo na het avondeten van een flinke BBQ Red Snapper met de meiden. In elk geval we weten dat we het kunnen, net als survivalster Bear Grills op National Geographic. In een noodsituatie geen beesten met vier poten voorhanden, eet ze met zes poten of helemaal geen poten!!! De dames willen ook wel proberen in alle rust van onze guesthouse.

Voordat we dit bijzondere eten tegenkwamen hebben we nog in alle rust geshopped rond Khao San Road, je kan hier alles eten en vrijwel alles kopen wat Thailand te bieden heeft aan souvenirs, houtsnijwerk houten, metalen boeddha's, textiel en op het einde van straat is een dwarsstraat met vele zilversmeden. Met de namaak valt het mee, ook de orginele Thaise fishermanspants is hier te koop, een soort pyama. Isabel heeft een voetbalsetje in haar maat gescoord van Inter Milan met Sneijder op de achterkant en heeft overal aanspraak en krijgt vaak spontaan korting als we iets willen kopen. Zo komen we erachter dat Thailand een voetbalgek land is, waarschijnlijk erger dan Nederland. Ze volgen de Engelse competitie. De winkelbediende is er ziek van dat 'zijn' club Arsenal net met 8-2 door Manchester is ingemaakt.

's Ochtends gaan we voor ons doen vroeg op weg naar de Pahuramarkt, de textiel en bijoumarkt in Chinatown. Meestal met de taxi met meter, omdat die toch het snelst en bijna het goedkoopst is, op de boot na. Opvallend is wel dat ze soms geen zin hebben in korte eindjes, beetje begrijpelijk is het wel want sommige stukken leveren weinig op en wel tijd in de file. Iets dergelijks doet ons gisteravond met een tuk-tuk gaan, weinig aanbod van vervoer. In China Town gingen we naar de grote markt voor voornamelijk groente en fruit, Pak Khlong en bovenstaande, alles was dicht zo 's avonds. Echter dan begint bij Pak Klong de avondploeg, in de vorm van een bloemenmarkt. Een feest van kleuren, we vermoeden dat die gigantische bloemen hoeveelheid uit koelere bergachtige streken komen. Veel zijn namelijk Europese bloemen, rozen, chrysanten en jawel, oranje afrikaantjes. Die worden gebruikt voor de boeddhistische offerslingers, ook worden er van kleine bloemetjes offerornamenten bekleed. Die komen dan terecht in de huistempeltjes op het erf tot in de gigantische tempelcomplexen. Regelmatig kom je winkels tegen met religieuze attributen, boeddha's, versiersels, tempeltjes etc. Ze verkopen ook geschenkpakketten met eten om te offeren aan de monniken. Een boeddhistische monnik is een bedelmonnik, hij leeft uitsluitend van giften en is deel van de samenleving. Achter 'ons' straatje Soi Rambutri kun je via een nauwe passage in de muur een doorsteek maken, naar de nog het meest op de Albert Cuyp lijkende Khao San Road. Je komt dan het terrein op van waarschijnlijk een klooster met een paar kraampjes onder schaduwgevende bomen, daar heerst de rust van een hofje, terwijl de stad en de mensen eromheen bruisen.

Vandaag lukt het dan daadwerkelijk om de textielmarkt te zien, eindelijk zien we typisch Thaise stoffen en winkels, die Pakistaanse en Indiase spullen verkopen, kruiden, maar ook grote beelden van Hindoeistische goden. Er lopen mensen in sari en tulband.

Vanavond doen we nog een rondje door de buurt en nemen we nog iets te eten 'mai pet', niet pittig dan 'leao-leao', vlug naar het vliegtuig en ons eigen huis.

Kap kun krap, dank je wel Thailand.

Kanchanaburi, terug naar de Kwai

Kanchanaburi, de naam van dit stadje zal de meeste mensen niet veel zeggen. Zeg ik echter River Kwai, dan weten de meesten wereldwijd waar het wel over gaat.De beruchte spoorlijn, de Birma Railroad, die de Japanners door de jungle aan lieten leggen door krijgsgevangenen van de legers van de voormalige koloniale machten, die ze verslagen hadden. Door het aanleggen van de spoorbaan zouden ze toegang krijgen tot Birma en zo door naar India. Krijgsgevangenen waren veelal Engelsen, Australiërs en Nederlanders. Waaronder vele van mijn ooms, zowel van moeder als van vaderskant, die als dienstplichtige in het KNIL, het Koloniale Nederlands Indische Leger, moesten dienen. Nederland was voor de Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk qua grootte het vijfde land ter wereld, want Indonesië is dat nu, dus er was ook een groot leger in Indonesië. We komen er nu niet voor de zwaarbeladen geschiedenis, zoals drie jaar geleden. Verderop liggen de Erawan watervallen, waar de watervallen op diverse niveaus poelen vormen. Kanchanaburi is een bruisend nijver provinciestadje en strekt zich uit langs de Kwai-rivier en heeft o.a. daar ook de 'Bridge on the River Kwai' liggen.

Onze Guesthouse 'Sam's Riverraft Guesthouse', de naam zegt het al, heeft daar ook twee woonarken liggen. Het is stil met toeristen aan deze kant van de toeristische hoofdstraat, met hotels, guesthouses, restaurants en aan ons eind van de straat openluchtcafe's , waar wat dames van lichte zeden bier aan het drinken zijn met bijna pensioengerechtigde bikers. Meerdere heren op leeftijd zie ik hier lopen, met grijs haar in een staartje. Veteranen uit de Vietnam-oorlog, of gewoon ziek met de ratrace van de Westerse maatschappij? In de straat zie ik een oudere Westerse man met een Shoarmastalletje, ik moet eerst goed kijken, jawel, toch. Voor hun geen all-nite parties met bonkende housemuziek tussen de backpackers op de diverse Koh's, misschien wat sateetjes en loempia's en Chang biertjes. In Khao San Road wijk kom je deze oude beroepstravelers soms ook tegen, bijvoorbeeld in ons vaste straatrestaurant tijdens onze tussenstop in Bangkok op weg naar Kanchanaburi. Een oudere Amerikaanse man met fietshelm zegt tegen onze Zuid-Afrikaanse buurman: 'Get the cheapest place you can. My room only has a door'. Als je wil kan je een kamer van onder de € 3 krijgen, zelfs met eigen toilet en zou je voor een zelfde bedrag kunnen eten. Thailand is allang niet meer van de 'traveler', de opvolger van de 'overland'-hippies, de meeste plekken van interesse kan je boeken per tour, maar het hoeft niet.

Je moet een paar stalen trappen af voor je bij onze woonark bent. De rivier stroomt behoorlijk snel en voor ons ligt de andere rivieroever met rietkragen, die niet bebouwd is en waar verder ook geen bewoning is en aardedonker 's nachts. Af en toe komt er een longtail racemodel met toeristen langs. Niet vaak, want het zomervakantieseizoen loopt op zijn eind, ook in Bangkok tijdens onze stop-over, is het rustiger. Het zou bijna een woonboot aan een Nederlandse rivier kunnen zijn, ware het niet dat er stroomafwaarts steile groene bergen te zien zijn, palmbomen en bamboebossen aan de overkant en de lotussen van het hardste soort roze. Het is vertrouwd, maar toch anders. Tegen de avond komt tussen de woonark en de oever, een varaan van meer dan een meter half zwemmend, en kruipend langs. Uiteraard is Isabel de eerste die hem opmerkt. Stroomopwaarts is een brug en er onderdoor kan je de 'Bridge on the River Kwai' in de verte zien. De 'Nightmarket' is een must voor hapjes en spulletjes. Prijzen liggen beduidend lager dan op Koh Tao, op de helft is heel normaal. De mensen zijn ook een verademing. De af en toe teveel gegeven bankbiljetten, krijg je alvast weer terug. Mensen lopen stalletjes af en kopen van alles wat te eten, wij ook. Ons avondeten is meegebrachte papayasalade, kleefrijst, gedroogd en gebakken draadjesvlees, gefrituurde kipkluifjes, sushi, gekookte mosselen en als toetje is er te kiezen uit zoete deegballetjes in kokosraspsel, banaan in zoete kleefrijst met rode bonen in bananenblad, pomelo, kleine banaantjes en een soort verse lychees (kleng-keng, Indonesisch of knippa's op de Antillen) aan een bos, dat alles voor de prijs van een luxe belegde broodje.

Erawan in het Khao Laem National Park kan je bereiken met een lokale bus, die door het vlakke en groene dal van de Kwai zo'n twee uur voorthobbelt. De oude Mercedes maakt meer geluid dan hij power heeft en op het laatste stuk echt omhooggaande deel langs een stuwmeer, is het loopsnelheid. We hebben geen haast en de oudere chauffeur is vrolijk en vriendelijk en geeft ons nog dringend informatie mee: 'Bus back at two en last bus at four'.

Er zijn zeven watervallen, we redden het tot niveau vijf. We moeten immers de laatste bus terug halen. Tussen busladingen Russen gaan we zwemmen, er zijn op dit moment meer Russen dan Amerikanen in Thailand. Alles is in feite dichtbij Rusland, denk ik. De watervallen zijn heel speciaal met hun poelen, en je kan er zwemmen en tot achter de waterval komen. Waar je heel erg aan moet wennen, zijn de vissen (Tor soro, een karperachtige) van een vingerkootje tot zeker 45 cm lang, omdat die doodleuk aan je gaan knabbelen. Ik doe mijn voeten, ze grazen je huid af op dode huidcellen, het kietelt. Ze doen hetzelfde als de voetbehandeling die je krijgt bij de massagesalons met de Gararufa visjes en helemaal voor niets. De meiden ontdekken dat ze grote rotsblokken als glijbaan kunnen gebruiken en zijn opeens niet meer bang voor wat visgekriebel.

De bus terug is in duidelijk betere conditie dan de heengaande en binnen 1,5 uur dropt hij ons bij de Night Market, beduidend dichterbij ons verblijf dan het busstation waar de heenrit begon. Onderweg zien we typische produkten van hier grote rotsen, min of meer bewerkt in al dan niet abstracte vormen voor in je tuin. Flinke jongens van drie meter hoog of grote partijen hout, grove tuinmeubels en opvallend is de hoeveelheid militairen in dit grensgebied met Birma. Toch niet de beste vrienden Thais en Birmezen, getuige de vernietiging ook in de 18e eeuw van de Thaise hoofdstad Ayutthaya.

's Avonds drinken we op ons balkon aan de Kwai bacootjes en gooien Isabel en ik een hengeltje uit. De eerste vis die een redelijk formaat heeft, wordt uiteraard door Isabel gevangen. De vrouw die op het hotel past en voor de balie slaapt, krijgt uiteindelijk drie vissen, waar ze best tevreden mee lijkt. 'Pla' is vis en dit is wat ze Morokot noemen. Ik denk dat het een soort meerval is met enorme ogen en grote bek maar geen voelsprieten, een soort Panga.

Volgende dag komt er een minibusje dat ons weer naar Bangkok brengt naar het New Siam ll Guesthouse, ons geadopteerde huis met zwembad, dat vlak bij Khao San ligt. Bangkok here we come, back to shop.....

Koh Tao, rots in de zee

Het blijkt nog een hele toer om uit Prachuab Kirikan (PKK) te komen. De bus naar Chumpon, 150 km verder, waar de ferry haar haven heeft, blijkt niet te gaan waar hij zou moeten vertrekken. Dit is echter wat het toeristenbureau en een aantal andere mensen ons verteld hebben. Later doen we op Koh Tao navraag bij de ouders van Onno, een vriendje van Isabel, die ons zijn voorgegaan. De bus gaat wel maar je moet naar de highway, de snelweg die langs de kust buiten het stadje loopt. Uiteindelijk komen we rond kwart over negen bij de catamaran-ferryhaven aan waar we tot één uur wachten tot we eindelijk over kunnen. We zijn met een busje dat we met twee jonge Duitse rugzakster gehuurd hebben. Na 1,5 uur op de snelle boot zijn we op Koh Tao, het blijkt wel weer dat de korte stukjes relatief veel tijd kosten.

Koh Tao is een beetje een nieuwe loot als toeristische bestemming. Eerst was er Koh Samui, toen Koh Panang, naburige eilanden, die toeristische bestemmingen werden, waarvan de eerste inmiddels ook een luchthaven heeft. Koh Tao werd zelfs nog vrij recent (her)bevolkt na de tweede wereldoorlog na eerst een strafkolonie te zijn geweest. Het is een juweeltje van 3 bij 7 km, ondanks dat de boel explosief is gegroeid en in tien jaar van ossengetrokken karren, onverharde wegen en geen elektriciteit naar verharde hoofdwegen waarop zich vele brommers, motoren en zelfs 4x4 pick-ups veelal taxi's is gegaan. De mensen, die hier nu werken en wonen zijn Thais, Europeanen als duikinstructeurs en leger van Birmezen en San, uit het arme Noord Oosten van Thailand. Zoveel wordt me o.a. duidelijk uit een gesprek met een Nederlandse ex-pat en de bediening in een restaurant. Ik kan helaas niet met je meezingen, zeg ik, want ik spreek geen Thai. Het is Birma, zegt de serveerster. Wat? Waarvan? Ja, uit Birma.

De paar Nederlanders die hier wonen noemen het deze rots en dat is wat het eigenlijk tot op heden grotendeels is gebleven. Rotsige steile, met jungle begroeide heuvels met prachtige baaien met strandjes, geen grote resorts. Nergens heb ik het hier in het Verre Oosten zo gezien, dat ik op tien minuten lopen van het hoofdstrand en de uitgaansstraat met pub-crawlende toeristen tussen ongeschonden koraal en de prachtigste onderwater flora en fauna kon snorkelen.

Keith een Engelse ex-acteur, en heden onderwatervideomaker van Big Blue Diving, vat het kernachtig samen 'Koh Tao is about diving and partying'. Het lijkt soms op een tropische kruising tussen een studentenstad en een Waddeneiland met palmen in het straatje voor onze 7-Eleven, de non-stopwinkel. We komen er vele malen per dag, het is ook onze koelkast, die hebben we niet dus we halen er ook drankjes uit de koeling. Isabel komt er zelf ook alleen, en ze zien haar voor Thais aan. Ze zegt dan dapper, 'I speak no Thai' en ze komt altijd met goed wisselgeld thuis.

Onno, zusje en zijn ouders introduceren ons een beetje in onze 'buurt', ze hebben de kamer voor ons geregeld. Ze zitten met de paar dagen, die we met ze doorbrengen al negen dagen op Koh Tao, wel zo relaxed immers. We merken het zelf, zullen we nog wat gaan zien elders, ander eiland? Nah, mooier dan dit wordt het niet. Weten we uit ervaring, zoals Koh Samui drie jaar geleden. Het is hier een stuk duurder dan het vaste land en voor de prijs van de kamer krijg je een airco en soms zelfs een zwembad erbij in Bangkok en elders. Op het vaste land krijg je voor een maaltijd van 50 Baht= € 1,25 een tafel en een stoel, hier eet je het staande bij een straatventer op. Onze plek is de absolute hotspot van het eiland, twee misschien drie straatjes, die het Leidseplein van Koh Tao vormen.

Ik word meegezogen in de 'duik-scene', Dewi gaat een duikdiploma halen en het is even wennen voor de instructeur, Nederlandse Olaf. Hoewel veel ervaring met jongeren, iemand van twaalf is zeldzaam in het opleidingstraject. En zo kom ik, als niet-fanatieke PADI-gediplomeerde, plotseling vier duiken te doen als 'buddy' en verplichte ouderbegeleider van Dewi. Veel duiken gaan van een boot op redelijk vollle zee en Roos die anderhalve dag begeleider was, is dusdanig zeeziek geworden dat we het verder niet echt handig vinden om haar de verdere begeleiding te laten doen, omdat ze op de wal ook nog behoorlijk last had. Onder water gaan we zelfs een keer tot 20 meter op een plek, drie kwartier varen van de wal. We zien van alles, zeebaarzen van een meter, flinke venusschelpen, clams, scholen van duizenden vissen en nog veel meer.

Wat we echter een beetje missen is, dat wanneer je een duikdiploma PADI of SSI gaat halen je de accommodatie vaak erbij krijgt. Jazeker, alle jongens en meisjes van de ploeg hebben een simpel kamertje met fan gekregen. Dus ...let altijd op, al was het met ons vieren wel nog de vraag geweest. Er zijn 47 duikscholen dus shop around!!! Deze duikscholen zijn ook de drijvende kracht achter het milieubehoud 'Save Koh Tao'. Simpele maatregelen hebben al effect. Bijvoorbeeld de maandelijkse beach-clean-up, ze kopen ook levende haaien in Koh Samui op de markt om die weer vrij te laten op geheime plekken. Geen vissen betekent immers ook geen duikers.

Het weer maakt dat het voor ons makkelijker wordt gemaakt om weg te gaan, de wind wordt sterker, de zee ruwer, de bewolking doet de zon minder schijnen en het regent zelfs een beetje. Tijd om de boot te pakken en 'de rots' van het schildpadeiland te verlaten.

Prachuap Kiri Kan, bij zee

Prachuab Kiri Kan, de officieuze hoofdstad van de Thaise Seafood mogen we wel stellen. De groene lichten in de baai gisterenavond na aankomst blijken van tientallen vissersboten te zijn, die hun gevangen vis of inktvis zo op je bord serveren. Hoe het werkt met zo'n restaurant krijgen we door, de volgende tip is voor bij de Thai thuis, ook daar zijn ze het gewoon. Je bestelt de gewenste schotels en rijst naar behoefte erbij en je hebt een maaltijd zoals thuis met allerlei gerechten en kan iedereen gaan 'rijsttafelen'. Ons programma voor de avond, grof gehakt vlees met basilicum (zeer pittig), zoetzure gebakken zeebaars met groente, gebakken inktvis met knoflook met bijgeleverde hete chilisaus en in tempurabeslag gebakken grote garnalen. De in roze geuniformeerde dames zijn blij met ons en doen hun best om ons alles uit te leggen. De oudere cheffin, die wat Engels spreekt gaat ons nog een tijdje onderuitgezakt bekijken, ook dat went. Ze is de beroerdste niet, ze leert ons wat ijsthee is, 'chai dan jin'. 'Niet pittig' kennen we al, 'mai pet'.

De lakmoestest om erachter te komen of een plaats toeristisch is, corrigeer veel Westerse toeristen kent, is te kijken of ze pindakaas in de 7-Eleven winkel hebben. Iedere Thaise plaats van betekenis heeft zo'n winkel, van 7 's ochtends tot elf ‘s avonds open is, of vaak ook 24 uur per dag op de toeristische plekken. Het assortiment is vergelijkbaar met de betere benzinepompwinkel in Nederland, maar uitgebreider. Brood, beleg, melk, oploskoffie, yoghurt chocoladerepen, chips, hotdogs, warme bapao's en telefoonkaarten.

Prachuap Kirikan kent geen pindakaas, dus nauwelijks Westerse toeristen, daarintegen genoeg Thaise toeristen. Vergelijk je dit met het noordelijker Hua Hi anderhalf uur verder, waar we ooit waren, dan is dit dus Egmond vs. Zandvoort. Een enkeling lukt het nog om voor ons onontbeerlijke informatie te geven, zo weinig spreekt men Engels. No bus, this big bus Bangkok. Bus Chumpong go highway.

Om twaalf uur komen de schepen van de vissersvloot binnendruppelen. Al vissende met ons kleine werphengeltje worden we op de pier langzaam omringd door pick-up trucks met koelboxen en rustig vissen is er niet meer bij met al de vissersboten, die aan komen leggen. Verder dan wat krabben die we opvissen langs het strand komen we niet. Roos en Dewi komen terug met nieuws van het toeristenbureau voor het openbaar vervoer naar Chumpon, waar de ferry naar het eiland Kho Tao gaat. Goed nieuws en slecht nieuws, ja er is een trein of een bus, maar de een vertrekt vanavond om 7 uur en de ander gaat om vijf uur morgenvroeg. Caught between a rock and a hard place, en we hebben een afspraak met ouders van een vriendje van Isabel morgen. Later op de avond gaan we kijken of de bus wel gaat waar ze zeggen dat hij gaat. Veel mensen weten het niet, ze komen volgens mij nooit in Chumpon. Een Engels sprekende vrouw met een klein kindje, die voor haar huis staat, weet het wel en loopt met ons een heel blok mee om een tuk-tuk, die hier bestaat uit een motorfiets met zijspankarretje met bankjes, voor het afhalen vannacht te regelen.

Eten is een blijde gebeurtenis hier in PKK, voor de lunch lopen we tegen een stalletje aan waar ze gegrillde kip en 'sticky rice', de plakrijst, die voor de meiden hier in Thailand absoluut hun favoriet is. Dit is de keuken van de I-San, uit het Noord-Oosten van Thailand, veel rauwe groentes, papaya salade, kortom smakelijk en simpel.

De avondmarkt, een 'Pasar Malam' zoals dat in Indonesië heet, die op vrijdagavond op de weg langs zee wordt opgezet is een feest. Opeens is die daar, dan komen de Thaise mensen ook uit Bangkok voor het weekend. Lokale en niet lokale eetspecialiteiten kun je daar proeven, zaken die je niet in een restaurant zult vinden. Om even een kroketje te doen, loop je thuis ook niet een gerenommeerd restaurant binnen. Voor de prijzen hoef je het niet te laten die variëren tussen de twaalf en zeventig eurocent van ‘inktvissate', normale sate' , sticky rice, ja zelfs van nature rood korrelige rijst met gedroogd vlees tot kokospoffertjes en koekjes, die op Indonesische zoete hapjes lijken. De gelegenheid op een totale nieuwe ervaring om een portie geroosterde sprinkhanen, meelwormen of ander kruipend gedierte te proeven bij de breedgesorteerde insekten snack-kraam laat ik laf lopen.